Kengetallen financiële positie

In het streven naar meer transparantie, vergelijkbaarheid met andere gemeenten en ter vergroting van het inzicht in de financiële positie wordt zowel in de begroting als jaarrekening een set van financiële kengetallen opgenomen. De kengetallen maken inzichtelijk over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven zodoende inzicht in de financiële weerbaar- en wendbaarheid. De kengetallen zullen in samenhang bezien worden, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een beeld geven van de financiële positie.

In onderstaande tabel zijn de financiële kengetallen van de gemeente Venlo weergegeven. Deze paragraaf zal allereerst de afzonderlijke kengetallen toelichten en vervolgens de onderlinge verhouding van de kengetallen in samenhang analyseren. Dit laatste vormt tevens het uitgangspunt voor de beoordeling van de financiële positie van de gemeente Venlo.

Financiële kengetallen

2014
Rekening

2015
Begroting*

2015
Rekening

Kengetallen balans:

1a. Netto schuldquote

108%

90%

69%

1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

74%

77%

55%

2. Solvabiliteitsratio

18%

14%

16%

3. Grondexploitatie

7%

3%

3%

Kengetallen exploitatie:

4. Structurele exploitatieruimte

0,2%

0,2%

1,8%

5. Belastingcapaciteit

100%

102%

102%

*Begroting na wijziging

Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen.
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de inkomsten en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Hoe hoger de inkomsten, des te meer schulden een gemeente kan aangaan. De ratio geeft aan in hoeverre de schulden meer of minder bedragen dan de jaarlijkse inkomsten. Bij een schuldquote hoger dan 130% is er sprake van een zeer hoge schuld. Volgens de VNG bevindt de schuldquote van een gemeente zich normaal tussen de 0% en 100%. Hoe lager het percentage hoe beter. De hoogte van de schuld wordt echter ook bepaald door het doorlenen van gelden. De netto schuldquote wordt daarom tevens berekend gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen. Hoewel over de verstrekte leningen een risico gelopen wordt, kan verondersteld worden dat deze middelen worden terugbetaald.

De netto schuldquote van onze gemeente bedraagt bij jaarrekening 2015 69% en bevindt zich hiermee binnen de gewenste marge van de VNG. Indien de netto schuldquote gecorrigeerd wordt voor de verstrekte leningen bedraagt het percentage bij jaarrekening 2015 55%. Het laatste percentage is een stuk lager dan de oorspronkelijke netto schuldquote, omdat een deel van de netto schuld van onze gemeente is doorgeleend aan derden. Het bedrag aan verstrekte leningen betreft met name de verstrekte geldlening en kredietfaciliteit aan CV TPN.
Beide percentages zijn beduidend lager dan de percentages bij de jaarrekening 2014 en de begroting 2015. Het verschil ten opzichte van de jaarrekening 2014 wordt voornamelijk veroorzaakt, doordat de omvang van de baten in 2015 met ruim 100 miljoen is toegenomen als gevolg van de decentralisaties in het sociaal domein (bijna 1/3 toegenomen). Dit heeft een substantieel neerwaarts effect gehad op de omvang van de schuldquote. Door een aantal incidentele factoren is de schuldquote eind 2015 lager uitgevallen dan begroot. De voornaamste oorzaken voor de afwijking ten opzichte van de begroting 2015 zijn:

  • Achterstand op de planning in de realisatie van de investeringsuitgaven ad € 78,6 miljoen;
  • Het in mindere mate gebruik maken door TPN van de aan haar ter beschikking staande kredietfaciliteit van € 20 miljoen versus € 45 miljoen in de begroting;
  • Een hoger totaal aan baten in de jaarrekening dan begroot van € 38 miljoen.

Omdat beide percentages zich ruim beneden de signaalwaarde van 100% bevinden, is de conclusie dat de verhouding van de schulden van onze gemeente ten opzichte van de gerealiseerde baten volgens de richtlijn van de VNG in 2015 goed was. Aangezien de oorzaken van de positieve afwijking met name incidenteel van aard zijn, zal de verwachte ontwikkeling van de netto schuldquote tot boven de 100% zich de komende jaren doorzetten.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio drukt het eigen vermogen uit als percentage van het totale vermogen en geeft daarmee inzicht in de weerbaarheid van de gemeente. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. Er zijn door de VNG (nog) geen richtlijnen afgegeven welke marges passen bij een gezonde solvabiliteit voor decentrale overheden.

De solvabiliteitsratio van onze gemeente bedraagt bij de jaarrekening 16% en is daarmee hoger dan bij de begroting werd verwacht. Voor een 100.000+ gemeente is dit aan de lage kant. In 2014 bedroeg de solvabiliteitsratio afgerond 27% voor de steden met 100.000 – 300.000 inwoners en afgerond 32% voor Nederland als totaal.
De provincie Limburg hanteert 3 categorieën voor de solvabiliteitsratio waarbij de volgende classificaties worden aangegeven: categorie A (ratio >50%) minst risicovol, categorie B (ratio 20-50%) is neutraal en categorie C (ratio < 20%) het meest risicovol.
De solvabiliteitsratio kan worden verbeterd door ofwel meer reserves aan te gaan houden (sparen) ofwel door minder te investeren, waardoor de financieringsbehoefte lager wordt en er minder geleend hoeft te worden.

Grondexploitatie
Grondexploitaties zijn risicovol en kunnen een forse impact hebben op de financiële positie van een gemeente. Indien gemeenten leningen hebben afgesloten om grond te kopen voor (toekomstige) projecten hebben zij een schuld. Bij de beoordeling van een dergelijke schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de aangekochte grond kan immers de schuld worden afgelost.
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale baten. Wanneer de waarde van de grond laag is, loopt een gemeente relatief weinig risico maar is er relatief weinig waarde om de schuld te kunnen verlagen uit grondverkopen.

Het kengetal grondexploitatie van onze gemeente bedraagt bij jaarrekening 3% evenals in de begroting 2015.
Hoewel grondexploitaties voor elke gemeente risicovol zijn, zou uit de relatief lage boekwaarde van de voorraden grond in verhouding tot de totale baten geconcludeerd kunnen worden dat het risico relatief gering is en dat er relatief weinig waarde is om de schuld te kunnen verlagen.
Belangrijke kanttekening hierbij is dat in ogenschouw moet worden genomen dat de gemeente voor materiële bedragen deelneemt in - en financieringen heeft verstrekt aan Greenpark, DCGV en TPN. Dit zijn entiteiten waarin de corebusiness wordt gevormd door grondexploitaties. Zouden de Venlose aandelen in deze grondexploitaties meegeteld worden dan zou het percentage beduidend hoger uitkomen dan 3%.

Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is. Hierbij wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken. Over het algemeen geldt dus als richtlijn: hoeveel te hoger het kengetal structurele exploitatieruimte, hoeveel te gunstiger dit is voor de gemeente.
De structurele exploitatieruimte bedraagt 1,8 % en laat bij jaarrekening 2015 een positieve en stijgende lijn zien ten opzichte van de begroting 2015 en de jaarrekening 2014. De positieve uitkomst van het kengetal wordt voor een groot deel verklaard door een aantal incidentele posten in 2015. Het betreft hier met name het instellen van de voorziening Landschapsplan (€ 2,5 miljoen) en het afwaarderen van de boekwaarde parkeergarages (€ 2 miljoen).
Het verschil met de cijfers uit de jaarrekening 2014 en de begroting 2015 wordt veroorzaakt door de ontwikkeling in de systematiek. Er is het afgelopen jaar extra aandacht besteed aan de beoordeling en het inzichtelijk maken van de incidentele en structurele baten en lasten.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk zicht verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Geconcludeerd kan worden dat de totale woonlasten voor een gezin met een woning met gemiddelde WOZ-waarde in gemeente Venlo in 2015 hoger is ten opzichte van het landelijk gemiddelde (het ijkpunt voor het maximaal te heffen belastingtarief).

Beoordeling onderlinge verhouding tussen de kengetallen
Aangezien het niet mogelijk is om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie van onze gemeente dienen bovenstaande kengetallen in samenhang te worden bezien.
Uit bovenstaande analyse blijkt dat de financiële positie van onze gemeente een beter beeld laat zien dan verwacht bij de begroting 2015. Zo bevindt onze schuldpositie zich binnen een normale marge (conform richtlijn VNG), wat betekent dat de verhouding tussen het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de baten in balans is. De structurele exploitatieruimte is positief, hetgeen betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder ook de rente en aflossing van leningen) af te dekken. Tot slot blijkt dit beter beeld ook uit de lage waarde van de grondexploitatie.

Wel dienen hierbij belangrijke kanttekeningen geplaatst te worden. De positieve ontwikkeling van onze schuldpositie wordt vooralsnog veroorzaakt door incidentele factoren, waarbij het invullen van onze investeringsuitgaven achter blijven bij de verwachtingen en liggen er forse investeringsuitgaven in het verschiet. Daarnaast is onze solvabiliteitsratio - ondanks een lichte verbetering - voor een 100.000+ gemeente aan de lage kant, wat een risico vormt voor de weerbaarheid van onze gemeente. De lage waarde van de grondexploitatie dient genuanceerd te worden, omdat onze gemeente voor materiële bedragen deelneemt in - en financieringen heeft verstrekt aan Greenpark, DCGV en TPN.
De ratio weerstandscapaciteit bevindt zich beneden de 1,0 waarbij tevens een aantal risico's niet gekwantificeerd zijn.

Wel worden via voorzieningen en de beschikbare weerstandscapaciteit een groot deel van de risico’s afgedekt in het geval dat de verstrekte geldleningen niet worden terugbetaald of de geraamde grondverkopen niet worden gehaald. Dat betekent dat ondanks bovenstaande kanttekeningen er naar verwachting op termijn voldoende financiële middelen zijn om de gesignaleerde risico’s op te vangen.