EMU-saldo

De Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof)
De Europese eisen en afspraken over reductie van het begrotingstekort en de staatsschuld vormen de basis van de Wet Hof. De middellange termijndoelstelling voor het EMU-saldo is het op termijn verkrijgen van begrotingsevenwicht in stappen van 0,5 procent bbp per jaar. Het EMU-saldo is het vorderingensaldo van de collectieve sector op transactiebasis. Omdat ook gemeenten, provincies en waterschappen bijdragen aan het begrotingstekort van de collectieve sector, bepaalt het wetsvoorstel dat niet alleen het Rijk maar ook de decentrale overheden zich moeten houden aan de doelstellingen uit het aangescherpte Stabiliteits- en Groeipact.

Medio juni 2015 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de aanpassing van de wet Hof. Daarmee wordt het sanctiemechanisme in de wet Hof vervangen door een correctiemechanisme. Het correctiemechanisme kent meer stappen dan het voormalige sanctiemechanisme in de Wet hof. De term maatregelen biedt meer mogelijkheden voor maatwerkoplossingen en/of -afspraken dan alleen een financiële sanctie, zoals het voormalige artikel 6 van de Wet Hof regelde. Het opleggen van maatregelen uit hoofde van het correctiemechanisme, met als uiterste middel het opleggen van financiële kortingen aan de decentrale overheden, is pas aan de orde als de - via bestuurlijk overleg - vastgestelde verbeterplannen niet tot het gewenste resultaat leiden.

Het correctiemechanisme treedt alleen in werking als de macronorm voor het EMU-saldo van de decentrale overheden structureel wordt overschreden. Om dit te kunnen bepalen, worden realisatiecijfers van het CBS en ramingscijfers van het CPB gebruikt. Een structurele overschrijding is gedefinieerd als een meerjarige overschrijding van het collectieve aandeel in het EMU-saldo van de decentrale overheden gezamenlijk (zoals bedoeld in artikel 3, zesde lid van de Wet Hof). Op basis van bestuurlijk overleg wordt bezien of verbetermaatregelen, die bijvoorbeeld kunnen worden vervat in door de decentrale overheden op te stellen verbeterplannen, ter beheersing van het EMU-saldo mogelijk zijn. Alleen als zou blijken dat gezamenlijke bestuurlijke afspraken over dergelijke verbeterplannen ter verbetering van het EMU-saldo van de decentrale overheden niet tot het gewenste resultaat leiden, treedt het sluitstuk van het correctiemechanisme in werking. Het sluitstuk van het correctiemechanisme bestaat uit de mogelijkheid tot het opleggen van maatregelen aan de decentrale overheden, zoals het faseren van investeringen van decentrale overheden. Maatregelen volgend uit het sluitstuk van het correctiemechanisme, waaronder in uiterste instantie de mogelijkheid tot kortingen op de decentrale overheden, worden vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur. Deze algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan vier weken nadat deze aan de Staten-Generaal is verzonden.

Wat betekent de Wet Hof voor Venlo?
Tot dusver heeft de Wet Hof voor Venlo geen gevolgen gehad, omdat de ontwikkeling van de EMU-saldi op macro-niveau niet hebben geleid tot overschrijdingen. Het CPB verwacht in de jaren 2015-2017 ook geen overschrijding.

Onderstaande tabel geeft het begrote en gerealiseerde EMU-saldo voor 2015 weer. De EMU-saldi zijn afgezet tegen de referentiewaarde. De referentiewaarde is een doorvertaling van de macronorm naar het individueel niveau van gemeenten, waterschappen en provincies op basis van de begrotingstotalen van deze individuele gemeenten, provincies en waterschappen. Deze waarden zijn voornamelijk bedoeld om individuele decentrale overheden een richtsnoer (en dus géén norm) te geven voor het toegestane tekort op individueel decentraal niveau. Het is waarschijnlijk dat het EMU-saldo van een individuele overheid meerjarig rondom deze waarde schommelt (zowel positief als negatief). Zolang de macronorm niet meerjarig overschreden wordt, zijn deze waarden vooral van belang voor de individuele overheid als referentie. Hoewel in 2015 een forse overschrijding is begroot, is het gerealiseerde EMU-saldo binnen de referentiewaarde gebleven. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de geraamde investeringsuitgaven achter zijn gebleven op de planning.