Lokale heffingen

3.2.1    Algemeen

Op het gebied van de lokale heffingen was in 2015 de meest beleidsrelevante ontwikkeling de verdere uitbreiding van de BsGW (Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen).

Uitbreiding BsGW
De gemeente Venlo heeft samen met de beide Limburgse waterschappen in 2011 de Gemeenschappelijke Regeling BsGW (Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen) opgericht. Dit samenwerkingsverband is met name gericht op het optimaliseren van de belastingopbrengsten en het minimaliseren van de uitvoeringskosten. BsGW realiseert deze doelstellingen onder andere door het uitbreiden van het aantal gemeentelijke deelnemers.
De eerste uitbreiding vond plaats in 2012 met twee gemeenten (Bergen en Nederweert). Per 1 januari 2013 zijn acht gemeenten toegetreden (Roermond, Beek, Leudal, Nuth, Maasgouw, Echt-Susteren, Roerdalen en Peel Maas) en per 1 januari 2014 zijn nog eens 9 gemeenten toegetreden (Maastricht, Sittard-Geleen, Heerlen, Landgraaf, Brunssum, Onderbanken, Simpelveld, Voerendaal en Stein). In de loop van 2014 hebben 10 gemeenten zich gemeld voor toetreding (Beesel, Eijsden-Margraten, Gennep, Gulpen-Wittem, Kerkrade, Meerssen, Schinnen, Vaals, Valkenburg en Weert). Na instemming door de zittende deelnemers was daarmee de uitbreiding per 1 januari 2015 een feit. Het totaal aantal deelnemers komt hierdoor op 32; het merendeel van de Limburgse gemeenten.
Deze uitbreiding heeft geleid tot een structurele verlaging van de uitvoeringskosten voor de gemeente Venlo, inclusief een goodwillvergoeding die de gemeente Venlo als medeoprichter heeft ontvangen in 2014.

Ondanks het feit dat BsGW in 2015 veel capaciteit heeft moeten inzetten op de implementatie van de nieuwe deelnemers, zijn de overeengekomen afspraken nagekomen. De bulkverzending van de belastingaanslagen heeft zoals gebruikelijk plaatsgevonden per 28 februari. Per 31 december 2015 ligt de aanslagoplegging en invordering op schema: voor de heffingsjaren 2009 tot en met 2014 is 100% van de belastingaanslagen opgelegd, voor 2015 ligt deze op 98,9%. Een deel van de aanslagen kan pas worden opgelegd als het daadwerkelijke verbruik bekend is. Een voorbeeld hiervan betreft het grootverbruik rioolheffing. Het belastingjaar 2011 is per ultimo 2015 definitief afgewikkeld.

3.2.2 Overzicht belastingen en heffingen

De gemeentelijke belastingen en heffingen vormen circa 15 procent van de inkomsten van de gemeente. Het is van belang optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden die de Gemeentewet en andere bijzondere wetten bieden om belasting en leges te heffen. De Gemeentewet somt de belastingen die een gemeente mag heffen, limitatief op.

De belastingen en heffingen die in 2015 door de gemeente Venlo zijn geheven, betreffen:
Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
Hondenbelasting
Toeristenbelasting
Parkeerbelastingen
Reclamebelasting (binnenstad)
Afvalstoffenheffing
Rioolheffing
Leges
Marktgelden
Haven- en opslaggelden
Lijkbezorgingrechten
Heffing bedrijven investeringszone (BIZ) industrieterreinen
Heffing bedrijven investeringszone (BIZ) centrum Tegelen

De gemeente Venlo kent een belastingaanslag waarop de belangrijkste belastingen en heffingen op één aanslagbiljet worden verenigd. Het gaat om de OZB, afvalstoffenheffing, rioolheffing en voor zover van toepassing de hondenbelasting. Naast de voornoemde gemeentelijke belastingen zijn eveneens de waterschapslasten en de WOZ waarde opgenomen in het aanslagbiljet.

Beknopte samenvatting van afwijkingen
In dit jaarverslag leggen wij verantwoording af over de realisatie van de belastingopbrengsten ten opzichte van de geraamde opbrengsten in de begroting 2015 (paragraaf 5.2) én van afwijkingen van opbrengsten in de voorgaande jaren. Samenvattend zijn de meest opvallende afwijkingen:

  • Opbrengsten toeristenbelasting 2011-2014 € 179.000
    Bij de definitieve afrekening tot en met het jaar 2014 blijkt dat het aantal gerealiseerde overnachtingen hoger is dan het geprognosticeerde aantal. Dit leid tot een positief resultaat van € 78.000 in 2015.
  • Opbrengsten afvalstoffenheffing 2011-2014 € 52.000.
    Over de periode 2011-2014 werd oorspronkelijk uitgegaan van een lagere opbrengst gebaseerd op destijds opgestelde prognoses. Het positieve resultaat is het gevolg van een efficiënte inning.
  • Opbrengsten Rioolheffing 2011-2014 € 192.000.
    Over de periode 2011-2014 werd oorspronkelijk uitgegaan van een lagere opbrengst gebaseerd op destijds opgestelde prognoses. Het positieve resultaat is het gevolg van een efficiënte inning.
  • Meerkosten kwijtscheldingen € 58.000
    Kwijtschelding wordt verleend voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en eventueel de hondenbelasting. De basis voor de berekening van de kwijtschelding is de belastingaanslag voor de rioolheffing, de afvalstoffenheffing en de hondenbelasting. De oorzaak hiervoor moet voornamelijk gezocht worden in het slechte economische tij van de laatste jaren waardoor een groeiend aantal burgers recht heeft op kwijtschelding.

3.2.3   Belastingopbrengsten 2015

De hieronder opgenomen specificatie per belastingsoort is gebaseerd op de situatie per 31 december 2015 conform de door de accountant gewaarmerkte afrekeningen van BsGW. In algemene zin valt op te merken dat er vanuit BsGW geen signalen zijn ontvangen dat de geraamde belastingopbrengsten in 2015 niet zullen worden gerealiseerd. Omdat een aantal parameters nog niet is geactualiseerd is het mogelijk dat er zich alsnog verschillen voordoen ten opzichte van de ramingen voor 2015. Deze zullen in de Jaarrekening 2016 worden meegenomen en verwerkt.

Onroerende zaakbelastingen
Jaarlijks wordt een nieuwe WOZ-waarde voor onroerende zaken vastgesteld. In 2015 is deze gebaseerd op de waardepeildatum 1 januari 2014. De OZB-tarieven worden gecorrigeerd voor de gemiddelde waardeontwikkeling van het vastgoed, om de geraamde opbrengsten en de woonlastennota gelijk te kunnen houden.

De totale opbrengsten OZB die in de begroting 2015 zijn geraamd kwamen uit op ruim € 31,9 miljoen. Op basis van de inzichten per ultimo 2015 zijn er nog geen signalen dat de opbrengsten niet gerealiseerd gaan worden. Bij de Jaarrekening 2016 zullen eventuele verschillen alsnog worden verwerkt. De in de rekening verwerkte meeropbrengst betreft dan ook een bijstelling over het belastingjaar 2014.

Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing dient ter bekostiging van de kosten voor het beheer en de verwerking van huishoudelijk afval. Het tarief is conform de beleidsuitgangspunten voorcalculatorisch bepaald uitgaande van 100% kostendekkendheid.
Volgens de verantwoordingsrapportage van BsGW per 31-12-2015 wordt de opbrengsten raming volledig gerealiseerd.


Rioolheffing
Het tarief is conform de beleidsuitgangspunten voorcalculatorisch bepaald uitgaande van 100% kostendekkendheid. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kleinverbruik en grootverbruik. Voor het kleinverbruik (tot en met 1.000 m³ waterafvoer per kalenderjaar) wordt een vast bedrag per perceel geheven van € 170,90. Indien meer dan 1.000 m³ water is afgevoerd, wordt voor het meerdere een bedrag van € 0,28 per m³ berekend.

De werkelijke aanslagoplegging van de rioolheffing kleinverbruik is nagenoeg gelijk aan de begroting.
Voor wat het grootverbruik betreft, heeft nog geen aanslagoplegging over 2015 plaatsgevonden. Deze wordt pas na afloop van het kalenderjaar opgelegd omdat het werkelijke verbruik dan bekend is. De door BsGW afgegeven prognose van het grootverbruik is wel in deze jaarrekening verwerkt. Op basis van deze prognose en de realisatiecijfers over 2014 is de werkelijke opbrengst rioolheffing grootverbruik geraamd op 100%.

Hondenbelasting
De verwachte opbrengst hondenbelasting wijkt op basis van de huidige inzichten licht af van de begroting.

Toeristenbelasting
De aanslagoplegging toeristenbelasting over 2015 is voorlopig en is gebaseerd op het aantal overnachtingen in 2014. De definitieve aanslag 2015 wordt na afloop van het heffingsjaar opgelegd op basis van de werkelijk gerealiseerde overnachtingen in 2015.

Overige belastingen, heffingen, rechten

Kwijtscheldingen
Voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en voor zover van toepassing het tarief van een eerste hond bestaat de mogelijkheid van kwijtschelding. De kosten (of: gederfde inkomsten) die verband houden met kwijtschelding komen ten laste van de algemene middelen. Op basis van een geautomatiseerde of individuele toets wordt bepaald of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding.
Het aantal kwijtscheldingen neemt als gevolg van de economische ontwikkelingen van de laatste jaren nog steeds toe. In de begroting voor 2015 is hier deels reeds rekening mee gehouden.

Woonlasten
Om de ontwikkeling van de belastingdruk binnen onze gemeente te volgen geven wij deze ontwikkeling weer volgens de (landelijk breed erkende) definitie van het Coelo (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden). De gemeentelijke woonlasten worden als volgt gedefinieerd: het gemiddelde bedrag dat een huishouden in een woning met gemiddelde waarde in een gemeente betaalt aan Onroerende Zaak Belasting (OZB), rioolheffing en afvalstoffenheffing (reinigingsheffing), minus een eventuele heffingskorting.

Ter verbetering van het woon- en vestigingsklimaat en om de lastendruk te verlagen, heeft Venlo de afgelopen jaren ingezet op een vermindering van de woonlasten. Daarnaast hebben wij ons ingezet om ten aanzien van woonlasten de positie van Venlo in de onderlinge vergelijking met andere gemeenten te verbeteren.

Atlas lokale lasten (Coelo)
Sinds 2007 geeft het Coelo jaarlijks de Atlas van de lokale lasten uit. Deze atlas bevat een ranglijst waarin de woonlasten van alle gemeenten zijn gerangschikt van laag naar hoog (nummer 1 heeft de laagste lasten).
Venlo is in deze ranglijst in 2015 op positie 231 terecht gekomen, ten opzichte van plek 240 in 2014 (274 in 2013).

Referentiegemeenten
Ook presenteren wij jaarlijks de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten van Venlo in relatie tot een vaste groep referentiegemeenten (gemeenten met een vergelijkbaar aantal inwoners). In de onderstaande tabel wordt dit overzicht wederom gepresenteerd over een periode van 5 jaar. De bedragen van de referentiegemeenten worden ook weergegeven als percentage van het bedrag van de gemeente Venlo. Dit betekent dat het bedrag van de gemeente Venlo gelijk is gesteld aan 100%.

In 2015 hebben 2 van de 11 gemeenten hogere woonlasten dan Venlo, 2 gemeenten liggen nagenoeg op hetzelfde niveau en de overige 7 zijn goedkoper.

3.2.4   Mutaties belastingopbrengsten voorgaande heffingsjaren

In het jaarverslag 2014 hebben wij verantwoording afgelegd over de belastingopbrengsten zoals die gerealiseerd zijn naar het inzicht per 31 december 2014. In de loop van 2015 hebben zich mutaties voorgedaan die betrekking hebben op voorgaande heffingsjaren, maar die per ultimo 2014 nog niet bekend waren. In de praktijk blijkt nu dat de opbrengsten over betreffende periode voor wat betreft de afvalstoffenheffing en de rioolheffing positiever uitvallen dan voornoemde prognoses. Dit is het resultaat van een efficiëntere uitvoering van het heffen en innen van belastingen. Het negatieve resultaat op de OZB opbrengst is het gevolg van de lagere volumestijging als waar bij de oorspronkelijke prognose vanuit werd gegaan.
Hierbij gaat het om de volgende componenten:

OZB: minder baten - € 19.000
Afvalstoffenheffing: meer baten € 52.000
Rioolheffing: meer baten € 192.000
Hondenbelasting: minder baten - € 7.000
Toeristenbelasting: meer baten € 179.000