Financieel

Korte financiële terugblik
Wij sluiten het jaar 2015 af met een klein positief rekeningresultaat van € 0,3 miljoen.

Tabel 1: Financieel resultaat 2015
bedragen x €1.000

Begroting na wijziging 2015

Rekening
2015

%

Verschil

Baten

388.048

406.345

105%

18.297

Lasten

400.877

412.226

103%

-11.348

Totaal saldo baten en lasten

-12.830

-5.881

46%

6.949

Onttrekkingen aan reserves (baten)

41.108

46.521

113%

5.413

Toevoegingen aan reserves (lasten)

28.279

40.294

142%

-12.016

Totaal saldo verrekeningen met reserves

12.830

6.227

49%

-6.603

Totaal resultaat

346

346

Navolgend wordt het resultaat toegelicht.

Exploitatieoverzicht

Tabel 2: Financieel resultaat 2015 per programma (incl. verrekeningen met reserves)
bedragen x €1.000

Begroting na wijziging 2015

Rekening
2015

%

Verschil

Programma 01 Bestuur & Publieke dienstverl.

-11.218

-11.467

102%

-250

Programma 02 Openbare orde en Veiligheid

-10.453

-10.079

96%

374

Programma 03 Participatie & werkgelegenheid

-41.134

-44.050

107%

-2.916

Programma 04 Zorg en Welzijn

-125.996

-125.098

99%

898

Programma 05 Onderwijs en Jeugd

-11.826

-11.633

98%

193

Programma 06 Economie en Toerisme

-3.763

-6.108

162%

-2.345

Programma 07 Sport- en Cultuurbevordering

-8.517

-8.575

101%

-58

Programma 08 Ontwikkeling Centrumstad

-10.715

-12.116

113%

-1.402

Programma 09 Verkeer en Bereikbaarheid

27

-2.142

-7934%

-2.169

Programma 10 Wonen en Leefomgeving

-9.253

-8.976

97%

277

Programma 11 Beheer openbare ruimte

-20.735

-20.527

99%

208

Programma 12 Algemene middelen

253.582

261.118

103%

7.536

Totaal resultaat

346

346

Over de programma’s zijn een aantal verschillen te zien. Met name de
programma’s "Participatie en Werkgelegenheid", "Economie en Toerisme, "Ontwikkeling Centrumstad", "Verkeer en Bereikbaarheid" en "Algemene Middelen" vallen op met een verschil groter dan € 1 miljoen.

Navolgend worden van deze vijf programma's de grootste oorzaken van het verschil benoemd. Voor een gedetailleerde inhoudelijke analyse wordt verwezen naar het hoofdstuk "Programmaverantwoording" en voor een gedetailleerde financiële analyse naar het hoofdstuk "Verklaring van de baten en lasten per programma".

Het programma Participatie en Werkgelegenheid kent een nadelig resultaat van € 2,9 miljoen door onder andere € 2,5 miljoen meer uitgaven aan inkomens-ondersteuning, doorbetaling van € 0,7 miljoen Rijksmiddelen aan SW-bedrijven t.b.v. de herstructurering en een daling van de totaal verleende BBZ Leningen van € 0,3 miljoen. Tegenover de doorbetaling van € 0,7 miljoen Rijksmiddelen aan de SW-bedrijven staat een ontvangst in het gemeentefonds. De ontvangst is daarom verantwoord in het programma Algemene middelen. De doorbetaling van deze middelen is gemeentebreed budgettair neutraal.

Bij het programma Economie en Toerisme is het nadeel ontstaan door het instellen van de voorziening Landschapsplan ter hoogte van € 2,5 miljoen.

Het verschil van € 1,4 miljoen op het programma Ontwikkeling Centrumstad wordt veroorzaakt doordat de ontvangen gelden in het kader van de eindafrekening Innovatie Programma Stedelijke Vernieuwing grondexploitatieproject Q4 toegevoegd zijn aan dit project. De eindafrekening is ontvangen via het gemeentefonds. De ontvangst is daarom verantwoord in het programma Algemene middelen. De eindafrekening is daarmee gemeentebreed budgettair neutraal.

Het negatief resultaat bij het programma Verkeer en Bereikbaarheid wordt voornamelijk veroorzaakt door de € 2 miljoen afwaardering van de parkeergarages Arsenaal en Roermondsepoort .

Op het programma Algemene Middelen is een verschil van € 7,4 miljoen ontstaan, Dit wordt met name veroorzaakt door een hogere uitkering uit het gemeentefonds van € 3,6 miljoen (€ 1,4 miljoen is conform subsidie-afspraken met het Rijk bestemd voor het project Q4 en € 0,7 miljoen voor de herstructurering van de SW-bedrijven). Daarnaast is een voordeel op de treasury gerealiseerd van € 1,4 miljoen en leiden diverse onderdelen in de kostenverdeelstaat tot een voordeel van € 1,1 miljoen.

Toelichting rekeningresultaat

Tabel: Afwijkingen t.o.v. begroting groter dan € 250.000

Uitkering gemeentefonds, € 1.409.000 voordelig
Dit wordt met name veroorzaakt door een hogere uitkering uit het gemeentefonds van € 3,6 miljoen Het bedrag aan taakmutaties dat hierin is opgenomen bedraagt € 2,2 miljoen (€ 1,4 miljoen is conform subsidie-afspraken met het Rijk bestemd voor het project Q4 en € 0,7 miljoen voor de herstructurering van de SW-bedrijven). Het netto resultaat van het gemeentefonds is € 1,4 miljoen. Een bedrag van € 0,8 miljoen is reeds gemeld bij de FinRap.

Enexis / Essentgelden, € 1.356.000 voordelig
In 2015 is naast de inconveniëntentoeslag over 2014, ook de inconveniëntentoeslag over 2013 van ruim € 0,2 miljoen ontvangen. Daarnaast is de voorziening voor eventuele claims tegen Verkoop Vennootschap ad € 1,1 miljoen vrij kunnen vallen als gevolg van het verlopen van de garantietermijn. Het voordeel is voor een bedrag van € 1,3 miljoen reeds in de FinRap gemeld.

Gemeenschapsaccommodatie, € 521.000 voordelig
Er is een incidenteel overschot van op gemeenschapsaccommodaties vanwege latere oplevering van de gemeenschapsaccommodaties BMV Velden en MFA Arcen en lagere energielasten voor alle gemeenschapsaccommodaties.

Post onvoorzien, € 519.000 voordelig
Het restant van de post onvoorzien is ultimo 2015 zoals reeds in de FinRap gemeld € 519.000. De specificatie van de aanwending is opgenomen in hoofdstuk 2.12.4 .

Verplichtingen 2014, € 517.000 voordelig
De incidentele bate ter hoogte van € 517.000 heeft betrekking op een vrijval van het verplichtingen-saldo welk per 31 december 2014 was verantwoord.

Individueel loopbaanbudget, € 468.000 voordelig
€ 468.000 welke op basis van CAO afspraken bestemd zijn als Individueel Loopbaanbudget (ILB) in 2015 niet uitgegeven. Middels incidentele resultaatbestemming wordt voorgesteld € 168.000 hiervan voor deze doeleinden beschikbaar te houden (zie tevens het onderdeel resultaatbestemming aan het einde van dit hoofdstuk).

Maatschappelijke opvang, € 406.000 voordelig
Dit betreft een voordeel op het lokale budget voor maatschappelijke opvang. Dit voordeel is deels veroorzaakt doordat intensief casemanagement in 2015 nog beperkt is ingezet. Verder is het budget voor extra openstellingsuren voor de maatschappelijke opvang niet volledig ingezet omdat deze extra openingsuren regionaal ingekocht en zijn opgenomen het regionale budget voor beschermd wonen.

Huisvestingskosten, € 380.000 voordelig
Voor de ambtelijke huisvesting is door de gunstige weersomstandigheden € 0,2 miljoen minder aan energiekosten besteed. Daarnaast is € 0,2 miljoen minder uitgegeven aan verzekeringen en schoonmaakkosten.

Brandweerzorg, € 326.000 voordelig
Voor € 195.000 is deze meevaller al aangekondigd in de Finrap 2015. Voor het overige wordt dit voordeel naast enkele kleine posten veroorzaakt door Cao-afspraken ten laste van de reserve VRLN te brengen en door een meevaller in de rijksvergoeding.

Leningen BBZ 2004, € 276.000 voordelig
Het voordelig saldo wordt veroorzaakt door een daling van het aantal verleende BBZ leningen.

Vastgoed, € 265.000 voordelig
De prognose richting einde van het jaar van de Finrap is correct gebleken. Vastgoed laat een voordeel op de baten van programma 11 zien van € 420.000 en een nadeel op de lasten van € 150.000. De verwachte hogere baten worden met name veroorzaakt door een meevaller als gevolg van een eenmalige grote verkoopactie van groen- en reststroken, een extra afrekening reclamebord inkomsten en de verlengde verhuur van het AZC terrein aan de Weselseweg aan het COA. De hoger verwachte lasten zijn het gevolg van en aanslag van de BsGW over het gemeentelijk vastgoed en beheerskosten van leegstaand vastgoed (verkoopacties, beheer en energie). Bij de FinRap was een voordeel op Vastgoed geprognosticeerd van € 0,4 miljoen.

Personeelsbegroting / declarabele projecturen € 430.000 nadelig

  • Resultaat personeelskostenbegroting,€ 910.000 voordelig

Dit positief resultaat is met name tot stand gekomen door het niet structureel bezetten van formatieplaatsen en het hanteren van een noodzakelijke flexibele schil in relatie tot verdere afbouw van structurele formatie conform bouwopdrachten. Verder zijn er aanzienlijk meer personele baten gerealiseerd dan voorzien. Er is door de afdelingen strak gestuurd om binnen de Personeelsbegroting te blijven en inhuur verder af te bouwen.

  • Nadeel declarabele projecturen op overige producten, € 1.340.000 nadelig

Er zijn minder uren dan begroot doorbelast naar projecten, waardoor een nadelig resultaat op declarabele projecturen is ontstaan. Dit nadeel is voor een bedrag van € 0,9 miljoen reeds in de FinRap gemeld.

Voorziening pensioenkosten wethouders, € 522.000 nadelig
Het nadeel op het budget van het college van B&W wordt veroorzaakt door een dotatie aan de voorziening pensioenkosten wethouders van € 522.000 De benodigde hoogte van de voorziening ter dekking van toekomstige pensioenkosten voor wethouders wordt jaarlijks op basis van een externe actuariële berekening bepaald.

Afboeken parkeergarages, € 2.060.000 nadelig
Gezien de slechte staat van de parkeergarages Roermondsepoort en Arsenaal worden de boekwaardes van beide garages voor een totaalbedrag van € 2 miljoen afgeboekt.

BUIG: Participatie, IOAW, IOAZ, € 2.394.000 nadelig
In 2015 is er € 2,4 milioen meer uitgegeven aan inkomensondersteuning. Aangezien het aantal aanvragen onverminderd hoog is gebleven, laten deze producten nog steeds een tekort zien. Het nadeel op inkomensondersteuning is voor een bedrag van € 2,2 miljoen reeds gemeld in de FinRap.

Voorziening Landschapsplan, € 2.500.000 nadelig

Conform het plan van aanpak programma Greenport Venlo is een principe-akkoord bereikt tussen de provincie en de betrokken regiogemeenten over de vorming van één werklandschap voor Greenport Venlo door middel van een vervlechting van de (grond)-exploitaties van Development Company Greenport Venlo (DCGV), Trade Port Noord (TPN), Venlo GreenPark (VGP), Villa Flora en Innovatoren. In dit kader is vastgesteld dat onze verplichtingen voor de tweede tranche van onze bijdrage aan het landschapsplan van DCGV van maximaal € 2,5 miljoen nog van dekking moet worden voorzien. Derhalve dient hiervoor een voorziening getroffen te worden in de jaarrekening 2015.

Overige afwijkingen
De overige afwijkingen < € 250.000 hebben per saldo een effect van € 1.707.000
voordelig.

Financiële positie

In de begroting 2015 is de volgende strategische doelstelling vastgesteld: "het hebben van een gezonde financiële huishouding voor de gemeente".Het voeren van een solide financieel beleid is randvoorwaardelijk voor het realiseren van de ambities op de (middel)lange termijn waarbij tevens op een doelmatige en doeltreffende manier wordt omgegaan met onze middelen.

De strategische doelstelling is vertaald in een viertal tactische doelstellingen. Onderstaand wordt dit schematisch weergegeven:

De financiële positie wordt geanalyseerd aan de hand van de tactische doelstellingen:

  1. Financieel resultaat in relatie tot een materieel en structureel sluitende (meerjaren)begroting;
  2. het weerstandsvermogen;
  3. de wendbaarheid van de begroting;
  4. de schuldpositie

Financieel resultaat

Het resultaat bedraagt € 0,3 miljoen positief. Ten opzichte van de begroting op concernniveau een minimale afwijking. Hierbij is rekening gehouden met het éénmalig treffen van een tweetal voorzieningen zijnde het Landschapsplan € 2,5 miljoen en het afboeken van Arsenaalplein en Roermondse poort van € 2,0 miljoen. Belangrijk aandachtspunt is dat structureel gezien in de meerjarenbegroting forse neerwaartse budgettaire bijstellingen zijn voorzien in bijvoorbeeld het sociale domein en moeten er nog substantiële bezuinigingstaakstellingen worden ingevuld.

Weerstandscapaciteit
De integrale ratio weerstandscapaciteit bedraagt op basis van de direct beschikbare weerstandscapaciteit 0,93 en bevindt zich hiermee net onder de streefnorm van 1,0. De uitkomst zelf is in lijn met de verwachte uitkomst van zowel de begroting 2015 als 2016. Zoals in de begroting 2016 is aangegeven is de verwachting dat de ratio zich verder herstelt voor het jaar 2018 tot boven de 1,0 door extra toevoegingen aan het vermogen. Versterking van het weerstandsvermogen blijft een belangrijk aandachtspunt.

De wendbaarheid van de begroting
Bij deze doelstelling gaat het om de bepaling of de begroting voldoende wendbaar is om tijdig te kunnen anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. Het kapitaallastenplafond is voor het jaar 2015 niet overschreden. Het kengetal structurele exploitatieruimte is positief en bedraagt 1,8% hetgeen betekent dat de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten.

Ook hier geldt dat in de meerjarenbegroting forse neerwaartse budgettaire bijstellingen zijn voorzien in bijvoorbeeld het sociale domein en moeten er nog substantiële bezuinigingstaakstellingen worden ingevuld.

De schuldpositie
De solvabiliteitsratio drukt het eigen vermogen uit als percentage van het totale vermogen en geeft daarmee ook inzicht in welke deel van de waarde van de stad (investeringen) gefinancierd is met eigen geld. De solvabiliteitsratio bedraagt 16% en is net iets hoger dan in de begroting voorzien (14%). Deze ratio bevindt zich voor een 100.000+ gemeente aan de lage kant. In 2014 bedroeg deze ratio afgerond 27% voor de steden met 100.000 - 300.000 inwoners en afgerond 32% voor Nederland als totaal.

De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de inkomsten en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. De netto schuldquote bedraagt 69% en bevindt zich hiermee binnen de gewenste marge van de VNG. De netto schuldquote is beduidend lager dan bij de begroting verwacht (90%). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door vooralsnog incidentele componenten zoals het fors achterblijven op de planning in de realisatie van de investeringsuitgaven, minder gebruik van kredietfaciliteit door TPN en een hoger totaal aan baten in de jaarrekening dan begroot. Vooralsnog is de verwachting dat de netto schuldquote op korte termijn toeneemt en zich zal ontwikkelen tot boven de 100%.

In de paragraaf financiering wordt uitgebreid ingegaan op de ontwikkeling van de schuldpositie.

Conclusie financiële positie
De financiële positie laat op basis van de jaarrekening 2015 in zijn algemeenheid een licht positiever beeld zien dan bij de begroting werd verwacht. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door vooralsnog incidentele factoren . Daarnaast bevindt de integrale ratio weerstandsvermogen zich net onder de 1,0 en is de solvabiliteitsratio aan de lage kant. Dit laatste zeker afgezet ten opzichte van 100.000-300.000 gemeenten en het landelijk gemiddelde. Deze componenten vormen een risico voor de weerbaarheid. Er liggen nog forse investeringsuitgaven in het verschiet en is de begroting 2016 en verder voorzien van een substantiele opgave voor wat betreft het invullen van bezuinigingstaakstellingen, het uitvoering geven aan bestuursopdrachten en het bijstellen van beleid om uitvoering te kunnen geven aan de vastgestelde budgettaire kaders. De uitdagingen en ontwikkelingen blijven ook de komende jaren nog substantieel.

We zullen daarom ook de komende jaren scherp aan de wind moeten blijven zeilen waarbij het hebben van voldoende vermogen als buffer en een flexibele begroting belangrijke randvoorwaarden zijn. Waakzaamheid blijft nog altijd geboden.

Stand van zaken oude restantkredieten
Op 31-12-2015 is het restantkrediet € 78,6 miljoen. Vergeleken met 31-12-2014 is dit een verlaging van € 32,6 miljoen. Bij de jaarrekening is wederom specifiek aandacht besteed aan oude openstaande kredieten. Dit heeft geresulteerd in het afsluiten van 21 kredieten van voor 2014. Daarnaast zijn er nog 20 kredieten met kredietvotering in 2014 en 2015 afgesloten. De wijziging in kapitaallasten als gevolg van de totale krediet onderschrijding van € 1,2 miljoen wordt in de meerjaren-begroting via de voortgangsrapportage 2016 verwerkt, waarbij verdere invulling wordt gegeven aan de openstaande taakstelling op de kapitaallasten. Daarnaast wordt in deze jaarrekening per investering aangegeven, indien een investering niet kan vrijvallen, het jaar dat de investering gerealiseerd zal worden voorzien van een toelichting daar waar noodzakelijk. Door deze exercitie kunnen we bij de begrotingsbehandeling wederom een scherpe afweging maken in relatie tot nieuwe investeringsaanvragen

Stand van zaken bezuinigingstaakstellingen
Bij VoRap 2015 heeft u besloten een aantal openstaande bezuinigingstaakstellingen aan te merken als besparingsverlies. Deze zijn destijds afgeboekt, waardoor enkel de bezuinigingstaakstellingen ‘Papierloos werken Raad’ (€ 74.704) en ‘Ondersteuning Raad’ (€ 56.201) resteerden. Vervolgens is bij FinRap 2015 geprognotiseerd dat het naar alle waarschijnlijkheid niet mogelijk zou zijn deze twee taakstellingen in 2015 ook daadwerkelijk te realiseren. Deze situatie heeft zich bij jaareinde ook daadwerkelijk voorgedaan.

Derde geldstromen
In onderstaande tabel staan de resultaten over 2015. Gezien het feit dat subsidietrajecten vaak een lange doorlooptijd kennen en hierbij ook verschillende stadia zijn te onderkennen, (aanvraag, toekenning, uitvoering, verantwoording, vaststelling) zijn deze stadia ook gebruikt in deze tabel. Dit onderscheid is nodig omdat bij ieder stadium de bedragen anders kunnen uitvallen waardoor het moeilijk is om hiervoor een indicator te hanteren die recht doet aan de realiteit.

Status

Totaal

Aangevraagd, nog niet toegekend

€ 668.589

Aangevraagd en toegekend 2015

€ 3.497.777

Aangevraagd, toegekend, verantwoord en vastgesteld (afgerekend) 2015

€ 1.689.790

Lopende trajecten (ook uit vorige jaren) waarvan uitvoering en/of afrekening nog moet plaatsvinden maar wel een toekenningsbeschikking is ontvangen

€ 26.820.336

Afgewezen 2015

€ 16.155.952

Totaal

€ 48.832.444

Resultaatbestemming

Het rekeningresultaat 2015 bedraagt € 346.000 voordelig. Voorgesteld wordt om in te stemmen met de volgende resultaatbestemming:

Tabel: Resultaatbestemmingen

Individueel loopbaanbudget: € 168.000
In de CAO is afgesproken dat voor de jaren 2013, 2014 en 2015 per medewerker jaarlijks een individueel loopbaanbudget ter beschikking wordt gesteld. De realisatie heeft in 2013 en 2014 niet plaatsgevonden. Het restant budget 2015 bedraagt € 468.000. De ruimte tot aan het door de gemeenteraad vastgestelde plafond bedraagt € 168.000. Gelet op het verplichte karakter wordt voorgesteld deze middelen voor het individueel loopbaanbudget te reserveren tot aan het door de raad vastgestelde plafond.

Toerisme langs de Maas: € 99.000
Betreffende gelden maken deel uit van het budget Toerisme langs de Maas (onderdeel coalitieprogramma). De intentie was om deze als subsidie te verstrekken in 2015. Door omstandigheden is niet tot subsidie verstrekking gekomen in 2015. De aanvraag is wel reeds binnen. Daarom wordt verzocht deze middelen beschikbaar te houden voor het Toerisme langs de Maas.

Toevoegen restant ad € 79.000 aan de algemene reserve
Voorgesteld wordt om het restant ad € 79.000 toe te voegen aan de algemene reserve ter versterking van het weerstandsvermogen.