Onderhoud kapitaalgoederen

3.5.1   Riolering en regenwatersystemen

Actuele onderhoudstoestand:
De staat van de riolering en regenwatersystemen wordt gemonitord. Hiertoe bestaat voor de diverse onderdelen een reiniging- en inspectiecyclus. Op basis van de analyse van de inspectieresultaten worden de noodzakelijke beheer en onderhoudsmaatregelen vastgesteld.

Zijn de onderhoud en beheerplannen actueel:
De resultaten van de onderhoud en beheerplannen zijn verwerkt in het in december 2014 vastgestelde nieuwe GRP. Als gevolg van de verwerking van beheergegevens, is een vernieuwde objectgerichte en meer gebundelde opzet voor het beheerplan gehanteerd.

Wat zijn de benodigde onderhoudsbudgetten (beïnvloedbaar):
De benodigde onderhoudsbudgetten zijn weergegeven onder instandhouding en exploitatielasten in de exploitatie GRP+ 2011-2020.

Zijn er knelpunten betreffende de beschikbare onderhoudsbudgetten:
Op grond van de inspectie resultaten uit het verleden is het uitvalpercentage de komende exploitatieperiode inschat op circa 0,75 % ten opzichte van de totale lengte vrij verval stelsel (611 km). Het gehanteerde uitvalpercentage duidt op een behoorlijk lange technische levensduur van het rioolsysteem, meer dan 100 jaar. Het is niet uit te sluiten dat in de toekomst meer uitval zal ontstaan gezien de steeds toenemende leeftijd van de nog niet gerepareerde stelselonderdelen. In de huidige planperiode is hiervoor geen reservering opgenomen. Zodra een significante stijging van schadebeelden uit cyclische inspectieresultaten hier aanleiding toe geeft, zal hierop worden geanticipeerd. Er zullen dan extra middelen worden gezocht. Het niet aanvullen van deze middelen zal anders op termijn ertoe leiden dat er een grotere kans op schade aan het riool en de bovengelegen verharding kan optreden. De daarmee gepaard gaande herstelkosten zullen naar verwachting groter zijn.

Realisatie 2015:
Begin 2015 is het uitvoeringsprogramma 2015 ter goedkeuring aan het college voorgelegd. Deze jaarlijkse operationele programma’s geven een nadere uitwerking van het GRP+ waarin voor het betreffende jaar concreet wordt aangegeven welke voorzieningen worden aangelegd (watertaken), welke onderzoeken zullen worden uitgevoerd en welke instandhoudingsmaatregelen worden getroffen. In overeenstemming met het vastgestelde beleidskader binnen de gemeente Venlo zal een (financiële) actualisatie van het GRP+ tenminste iedere drie jaar aan de gemeenteraad worden voorgelegd. In december 2014 is het nieuwe GRP inclusief de exploitatie 2014-2023 vastgesteld.
In 2015 is een aanvang gemaakt met de realisatie van het uitvoeringsprogramma 2015 en zijn diverse onderdelen uit de uitvoeringsprogramma's van afgelopen jaren afgerond.

Instandhouding en watertaken
De maatregelen hebben behalve instandhouding ook betrekking op verdere aanpassingen van het systeem. Zoals:

• De terugdringing van vuiluitworp op oppervlaktewater via riool overstorten in diverse stadsdelen.
• Het verminderen van de kans op wateroverlast door middel van optimalisatie van het rioolsysteem. Dit gebeurt door het benutten van restberging en capaciteit in het bestaande stelsel en afkoppelen.

Door middel van afkoppelen (“anders omgaan met regenwater”) worden regenwater en vuilwater van elkaar gescheiden. Dit heeft behalve de vermindering van de kans op wateroverlast ook een gunstig effect op de vuiluitworp naar het oppervlaktewater en het grondwater. Bovendien wordt er minder regenwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie van het waterschap afgevoerd hetgeen een gunstige invloed op het zuiveringsproces betekend. Dit “anders omgaan met hemelwater” is in relatie tot gemeente brede klimaatadaptatie een belangrijke maatregel, waar in de toekomst mogelijk extra middelen voor dienen te worden aangewend.

Samenwerking
Door samenwerking en afstemming over de benchmarkgegevens tussen de Noord-Limburgse gemeenten onderling, wordt op basis van het principe ‘leren van elkaar’, de komende periode naar mogelijkheden voor kostenbesparingen en kennisbundeling in de watersector gezocht. Vooral op het vlak van de intergemeentelijke samenwerking wordt ingeschat dat er primaire kansen liggen. Daar waar verbreding met bijvoorbeeld het waterschap een verdere synergie kan opleveren, zal deze opgezocht worden. In dat kader is in september 2011 het bestuurlijk convenant ”Samenwerken in de afvalwaterketen Noord-Limburg” vastgesteld. Dit convenant vormt de basis voor de samenwerking tussen de Noord Limburgse gemeenten en het waterschap.

3.5.2   Wegen (inclusief Civiele Kunstwerken)

Het beheerareaal wegen is verdeeld in hoofdwegen, wegen in wijken, fietspaden, wegen buiten de bebouwde kom en onverharde wegen. Daarnaast valt het wegareaal te verdelen in verhardingssoort. In onderstaande tabel staat het areaal zoals dit in 2015 aangehouden is voor het wegbeheer en -onderhoud.

[m2]

Totalen

Oost

West

Zuid

Noord

Asfalt

3.335.789

712.016

1.054.015

909.615

660.143

Elementen

2.747.080

796.428

777.292

917.254

256.106

Onverhard

540.263

43.523

153.101

100.963

242.676

Onbekend

12.277

5.372

0

0

6.905

Beton

8.442

0

452

5.702

2.288

Totalen

6.643.851

1.557.339

1.984.860

1.933.534

1.168.118

Het beheerareaal civiele kunstwerken omvat onder meer bruggen, tunnels, duikers, keermuren en kademuren. Van de circa 700 objecten (exclusief duikers), is in 2014 van circa 550 objecten een eerste inventarisatie en inspectie uitgevoerd. In 2015 en 2016 vinden aanvullende inventarisaties en inspecties plaats om het totale areaal in beeld te krijgen.

Vastgesteld kwaliteitsniveau:
Eind 2012 is een nieuw Meerjarenplan voorziening Groot Onderhoud Wegen (RV 2012-97) vastgesteld, waarin opgenomen de aangehouden kwaliteitsniveaus (voldoen aan de zorgplicht op basis van de Wegenwet, voorkomen van kapitaalvernietiging en huidig kwaliteitsniveau handhaven).
Het beheer en onderhoud van de civiele objecten is beleidsmatig nog onvoldoende geregeld en er zijn nog geen kwaliteitsniveaus vastgesteld. Dit beheer en onderhoud werd en wordt uitgevoerd op basis van calamiteiten en incidenten (ad-hoc).

Actuele onderhoudstoestand:
De actuele kwaliteit van het wegareaal wordt objectief gemeten aan de hand van de landelijk gehanteerde wegbeheersystematiek van het CROW. De weginspectie uit 2015 laat zien dat er, als gevolg van enkele strenge winters en bezuinigingen uit voorgaande jaren, een achteruitgang in de kwaliteit van het wegareaal heeft plaats gevonden. De onderhoudstoestand beantwoord in toenemende mate niet meer aan het minimumniveau volgens de vastgestelde kwaliteitsniveaus.
In de laatste stadspeiling, van eind 2015, geven de inwoners het rapportcijfer 5,55 voor het onderhoud van straten, paden en trottoirs. Dit cijfer bevestigd het beeld van de actuele technische onderhoudstoestand.
De inventarisatie en inspecties geven voor een deel van de civiele objecten de actuele onderhoudsbehoefte. Deze behoefte is vertaald in benodigd onderhoudsbudget om in 2016 een aanvang te maken met het borgen van een veilige onderhoudstoestand van de civiele objecten.

Zijn de onderhouds- en beheersplannen actueel:
Eind 2012 is een nieuw Meerjarenplan voorziening Groot Onderhoud Wegen (RV 2012-97) vastgesteld. Jaarlijks wordt een onderhoudsprogramma opgesteld.
Een eerste inventarisatie en inspectie vaneen groot aantal civiele objecten is eind 2014 afgerond.
Eind 2015 is een aanvang gemaakt met het opstellen van een Beheerplan Civiel. Dit plan omvat het totale beheer en onderhoud van het gemeentelijk wegennet en de civiele objecten. Dit plan wordt in de eerste helft van 2016 afgerond en bevat tevens een actualisatie van de voorziening Groot Onderhoud Wegen.

Wat zijn de benodigde onderhoudsbudgetten (beïnvloedbaar):
Op basis van het Meerjarenplan voorziening Groot Onderhoud Wegen zijn de minimaal benodigde onderhoudsbudgetten vastgesteld en in de begroting beschikbaar. Door enkele strenge winters en bezuinigingen was de afgelopen jaren regelmatig onvoldoende onderhoudsbudget beschikbaar, waardoor het vastgestelde kwaliteitsniveau niet meer gehandhaafd konden worden.
Via het Beheerplan Civiel wordt de Raad in de eerste helft van 2016 geïnformeerd over de benodigde onderhoudsbudgetten vanaf 2017.

Zijn er knelpunten betreffende de beschikbare onderhoudsbudgetten:
Door enkele strengen winters en bezuinigingen was de afgelopen jaren regelmatig onvoldoende onderhoudsbudget beschikbaar, waardoor de in het Meerjarenplan voorziening Groot Onderhoud Wegen (RV 2012-97) vastgestelde kwaliteitsniveau niet meer gehandhaafd kunnen worden. De nieuwe bezuinigingen in 2015 en 2016 laten het kwaliteitsniveau structureel achteruit gaan. Onvoldoende onderhoudsbudget geeft tevens risico’s in het opvangen van onvoorziene omstandigheden.
Doordat een eerste inventarisatie en inspectie van het beheerareaal civiele objecten eind 2014 is afgerond, was er in 2015 nog geen onderhoudsbudget beschikbaar. Hierdoor zij er mogelijk (onbekende) risico’s ten aanzien van veiligheid op en rond deze objecten. Tevens leidt deze ad-hoc aanpak tot een continue daling van het kwaliteitsniveau, met mogelijk kapitaalvernietiging tot gevolg.
Via het Beheerplan Civiel wordt de Raad in de eerste helft van 2016 geïnformeerd over de benodigde onderhoudsbudgetten vanaf 2017.

Realisatie 2015:
In 2015 zijn (aanvullende) inventarisaties en inspecties uitgevoerd van de beheerarealen wegen en civiele objecten. Op basis van de resultaten wordt een Beheerplan Civiel opgesteld waarover de Raad in de eerste helft van 2016 wordt geïnformeerd. Dit plan bevat een actualisatie van de voorziening Groot Onderhoud Wegen (RV 2012-97).
Eind 2015 is een aanvang gemaakt met het anticiperen op de voorgenomen wetswijzigingen ten aanzien van het verbod op chemische bestrijdingsmiddelen voor de onkruidbeheersing op verharding.
Op basis van beschikbare budgetten is in 2015 regulier onderhoud uitgevoerd aan de wegen. Voor civiele objecten is geen (structureel) budget beschikbaar voor onderhoud, zodat slechts ad-hoc onderhoud is uitgevoerd om de veiligheid van objecten te borgen.
Naast het uitvoeren van het regulier onderhoud is in 2015 nadrukkelijk een groter beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid en zelfwerkzaamheid van de inwoners. Ook wordt in toenemende mate actief en integraal samenspraak en samenwerking gezocht met de gebruikers van de openbare ruimte, bijvoorbeeld via buurt- en wijkoverleg.

3.5.3   Groen- en speelvoorzieningen

Het beheerareaal groen en speelvoorziening is een belangrijk onderdeel in de beleving van de openbare ruimte. In dit product wordt onderscheid gemaakt in openbaar groen, bomen, bossen en natuurgebieden, hondenpaden, speelvoorzieningen en recreatieve voorzieningen. Onderstaande tabel geeft de areaalgegevens zoals deze eind 2015 bekend waren.

Totalen

Oost

West

Zuid

Noord

Bomen [st]

58.127

13.183

19.909

15.001

10.034

Beplanting [m2]

2.969.633

696.746

1.187.640

702.977

382.270

Hagen [m]

107.289

28.661

29.019

37.081

12.528

Gras [m2]

5.282.575

982.252

1.971.537

1.288.006

1.040.779

Verharding [m2]

317.906

82.812

118.834

68.151

48.108

Vijvers [m2]

166.628

49.638

32.400

73.784

10.805

Speelplekken

circa 260 locaties, 1441 speeltoestellen

Hondenpaden

140 hondenpaden, 30 uitrenplekken

Vastgesteld kwaliteitsniveau:
Voor het beheerareaal groen en speelvoorzieningen worden nog steeds de in 2007 vastgestelde kwaliteitsniveaus (raadsvoorstel 31-2007) volgens de systematiek van Integraal Beheer Openbare Ruimte aangehouden. Deze kwaliteitsniveaus zijn nog steeds actueel, maar er is wel behoefte aan actualisatie en nieuwe beleids- en beheerplannen.

Actuele onderhoudstoestand:
De uitvoering van de diverse onderhoudscontracten borgt de handhaving van de kwaliteit van het areaal groen en speelvoorzieningen op het minimumniveau volgens de vastgestelde kwaliteitsniveaus.
Daarnaast worden met name de speelvoorzieningen en de bomen ook nog op veiligheid geïnspecteerd en beheerd.
Naast de technische onderhoudstoestand, blijkt uit de laatste stadspeiling van eind 2015 dat de inwoners het onderhoud van perken & plantsoenen met een 5,73, het schoonhouden van de openbare ruimte (onkruid, rommel) met een 5,48 en het onderhoud van de speelvoorzieningen met een 6,08 waarderen. Deze cijfers sluiten aan bij de hiervoor genoemde borging van de kwaliteit van het areaal groen en speelvoorzieningen.

Zijn de onderhouds- en beheersplannen actueel:
Het groenbeleidsplan Venlo uit 1994 is verouderd en dient vervangen of geactualiseerd te worden, terwijl specifieke groenbeheerplannen ontbreken. De uitvoeringsplannen (onderhoudsbestekken) zijn actueel, waarbij ruimschoots gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid tot inbesteding bij de WAA. Wel is het onvermijdelijk om bij actualisatie van uitvoeringsplannen in toenemende mate rekening te houden met zelfwerkzaamheid van onze inwoners.
In 2013 is de nota “de openbare ruimte van Venlo in beweging” vastgesteld. In deze nieuwe nota wordt naast spelen ook gekeken naar sport en recreëren.

Wat zijn de benodigde onderhoudsbudgeten (beïnvloedbaar):
Voor een duurzaam onderhoud van het openbaar groen, bomen, hondenpaden, speel- en recreatieve voorzieningen op basis van de vastgestelde kwaliteitsniveaus, is jaarlijks voldoende onderhoudsbudget beschikbaar. De bezuinigingen en taakstellingen in de afgelopen jaren hebben de kwaliteitsniveaus wel onder druk gezet.

Zijn er knelpunten betreffende de beschikbare onderhoudsbudgeten:
Door het verouderde beleid is op verschillende onderdelen een adequate invulling van de verschillende taken niet mogelijk. Onder andere het ontbreken van een adequaat bomen- en groenbeleidsplan leidt regelmatig tot ontevredenheid en discussie met burgers en in projecten.
Vanaf 2015 heeft een structurele bezuiniging van ruim € 0,5 miljoen plaats gevonden. Actualisatie van beheer- en onderhoudsplannen zal uitwijzen welke consequenties dit heeft voor de kwaliteit van het groen- en de speelvoorzieningen.

Realisatie 2015:
In 2015 is een aanvang gemaakt met vernieuwing van beleids- en beheerplannen door de beleids- en vakafdeling. Daaraan gekoppeld vindt het afronden van een nieuwe kwaliteitskaart, op basis van de systematiek voor Integraal Beheer Openbare Ruimte, plaats.
Uit de beheerplannen zal blijken welke invloed de structurele bezuiniging van ruim € 0,5 miljoen heeft op de groen- en speelvoorzieningen.
Eind 2015 is een aanvang gemaakt met het anticiperen op de voorgenomen wetswijzigingen ten aanzien van het verbod op chemische bestrijdingsmiddelen voor de onkruidbeheersing op verharding.
Naast het uitvoeren van het regulier onderhoud is in 2015 nadrukkelijk een nog groter beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid en zelfwerkzaamheid van de inwoners. Ook wordt in toenemende mate actief samenspraak en samenwerking gezocht met inwoners en gebruikers van de openbare ruimte, bijvoorbeeld via buurt- en wijkoverleg. Hiertoe nemen de inwoners en gebruikers van de openbare ruimte in toenemende mate het initiatief.

3.5.4   Vastgoed inclusief parkeren

De parkeergarages zijn in deze paragraaf niet opgenomen. Ten aanzien van de parkeergarages wordt op dit moment een integrale visie ontwikkeld in het kader van de bestuursopdracht parkeren. Over deze bestuursopdracht wordt uw raad afzonderlijk geïnformeerd.

Vastgesteld kwaliteitsniveau:

Uitgangspunten uit 2006

  • Gebouwen zoals het stadhuis passen binnen het kwaliteitsniveau I
  • Gebouwen zoals kantoren, archief, musea en gemeenschapshuizen passen binnen het kwaliteitsniveau II
  • Gebouwen zoals binnensportaccommodaties, nieuwe buitensportaccommodaties en woningen, passen binnen het kwaliteitsniveau III.
  • Gebouwen zoals noodlokalen en loodsen passen binnen het kwaliteitsniveau IV
  • Gebouwen die aangekocht zijn voor amovatie of soortgelijke op te heffen gebouwen passen binnen het kwaliteitsniveau V

Actuele onderhoudstoestand:
Conform besluitvorming in 2012 is de actuele onderhoudstoestand kwaliteitsniveau 4 over periode 2013-2015
(mindere uitstraling, eenvoudige toepassing materialen, redelijk afwerking niveau).

Zijn de onderhouds- en beheersplannen actueel?
Eind 2015 heeft de raad het meerjarenplan onderhoud gebouwen 2016-2025 geaccordeerd. De raad heeft ingestemd met een kwaliteitsniveau 3. Na 3 jaar op kwaliteitsniveau 4 dienen de gebouwen weer vanaf 1-1-2016 onderhouden te worden op niveau 3. Behalve de monumenten zijn alle gebouwen op een lager kwaliteitsniveau onderhouden.

Wat zijn de benodigde onderhoudsbudgetten (beïnvloedbaar)?
Hierbij wordt verwezen naar de staat van reserves en voorzieningen. Het betreft de onderstaande voorzieningen:

Voorziening groot onderhoud Sportgebouwen

Voorziening groot onderhoud Ambtelijke gebouwen

Voorziening groot onderhoud Parkeergarages

Voorziening groot onderhoud Schoolgebouwen

Alle gemeentelijke gebouwen zijn juridisch en economisch eigendom van de gemeente. De gemeente is economisch eigenaar. Vier van de vijf hoofdbewoners (sport, ambtenaren, parkeren en cultuur/maatschappelijk) dragen jaarlijks middels een vaste dotatie (vastgesteld door de raad door goedkeuring van het meerjarenplan onderhoud gebouwen) bij aan de voorziening. Jaarlijks wordt aan het College gevraagd de uitgaven voor het onderhoud uit de voorziening te mogen bekostigen. Eind 2015 heeft de raad het meerjarenplan onderhoud gebouwen 2016-2025 geaccordeerd.

Zijn er knelpunten betreffende de beschikbare onderhoudsbudgetten?
Door op de dotaties te korten en extra budgetten te onttrekken aan de voorzieningen zijn de mogelijkheden tot onderhoud verkleind. Minder onderhoud betekent een verlaging van de technische levensduur van gebouwen en dus bij verkoop een lagere verkoopwaarde. De gebruikswaarde, de gevoelswaarde en de uitstraling van de gebouwen nemen sneller in waarde af.

In 2013 en 2014 is weinig onderhoud uitgevoerd als gevolg van bezuinigingen. In 2015 is weer gestart met schilderwerk. Regelmatig waren de kozijnen verrot en werd dus het schilderwerk duurder. Er is in de voorzieningen onvoldoende geld beschikbaar om de gebouwen op niveau 3 te onderhouden. De raad heeft december 2015 ingestemd met een wijze waarop toch het onderhoudsniveau 3 van gebouwen kan worden bereikt.

Planning en actiepunten voor 2016:
Extra onderhoud aan het zwembad en het theater de garage is separaat in de begroting voor 2016 goedgekeurd. Het vertragen van calamiteiten onderhoud is in 2016 niet meer aan de orde. Het preventief onderhoud gecombineerd met het keuringenprogramma wordt op adequaat niveau uitgevoerd. De bezuinigingsopdrachten van het afgelopen jaren blijven ons dwingen keuzes te maken, specifieke onderhoudsprojecten worden in de begroting 2017 aangevraagd.

3.5.5   Sportvoorzieningen

Het sportbedrijf heeft de beschikking over en exploiteert de volgende kapitaalgoederen:

  • Een gemeentelijk zwembad (De Wisselslag) inclusief buitenbad;
  • Zeven gemeentelijke sporthallen en één niet gemeentelijke sporthal;
  • Eén gemeentelijke sportzaal;
  • Zestien gemeentelijke gymzalen en één niet gemeentelijke gymzalen;
  • Vijftien gemeentelijke buitensportaccommodaties.

Vastgesteld kwaliteitsniveau;
Het kwaliteitsniveau wordt in belangrijke mate bepaald door representativiteit van een gebouw en de activiteiten die daarin plaatsvinden. De gemeentelijke binnen- en buitensportaccommodaties zijn zoals alle gemeentelijke gebouwen onderhouden op kwaliteitsniveau 4. Conditiemeting is een beoordeling van een gebouw op basis van de toestand waarin de gebouwelementen zich bevinden. Conditieniveau 2 is goed, 3 is redelijk, 4 is matig.
Er is een conditiecatalogus opgesteld waarmee de kwaliteit van de velden, de inrichtingselementen, de verhardingen en de beplanting inzichtelijk kan worden gemaakt. De kaders sluiten aan bij de betreffende normen voor velden (NOC*NSF) en inrichting (CROW). Deze normen zijn reeds vastgelegd en landelijk geaccepteerd.
De raad heeft eind 2012 (raadsnummer 2012-81) besloten het conditie niveau te verlagen van 3 (redelijk) naar 4 (matig). Wanneer de gebouwen worden onderhouden op een lager conditieniveau, zal het kwaliteitsniveau (uitstraling en functionaliteit) van de gebouwen ook dalen. Dit betekent dat grote renovaties zullen worden uitgesteld. Daarnaast zal in bepaalde gevallen ook de cyclus van de diverse onderhoudswerkzaamheden worden verlengd. Hiermee zullen o.a. schilderwerkzaamheden, dakrenovaties en het vervangen van installaties worden uitgesteld. Dit betekent een vergrote kans op calamiteiten zoals dak lekkages en storingen aan installaties. Dit heeft invloed op de functionaliteit en bruikbaarheid van gebouwen. Verder zullen gebreken zoals bijvoorbeeld uitgesleten voegwerk of een kapotte hemelwaterafvoer minder snel worden hersteld. Dit heeft invloed op de uitstraling van het gebouw.

Actuele onderhoudstoestand;
De staat van onderhoud van de gemeentelijke gebouwen in de sportsector is in het algemeen goed te noemen. Het gemeentelijke zwembad De Wisselslag is qua onderhoud niet meer actueel. Er zijn nog enkele buitensportaccommodaties die tussen nu en 3 jaar zijn afgeschreven. De conditie van deze gebouwen is matig en ze hebben een mindere tot geen uitstraling. De kwaliteit van de sportvelden en overige inrichtingselementen binnen de gemeente Venlo is conform de normering van NOC*NSF en de aangesloten bonden.

Zijn de onderhouds- en beheersplannen actueel;
Voor alle sportgebouwen ligt er een Meerjaren Onderhoud Plan (MOP). De raad heeft dat plan eind 2012 goedgekeurd. Er ligt een actueel Meerjaren Onderhoud Plan voor de groene en niet groene sportparken binnen de gemeente Venlo.

Wat zijn de benodigde onderhoudsbudgetten (beïnvloedbaar);
De onderhoudsmiddelen voor het planmatig onderhoud van gemeentelijke sportgebouwen staan vermeld in de voorziening “Groot onderhoud sportgebouwen” (toevoegingen en onttrekkingen).
De onderhoudsgelden voor planmatig levensduur verlengend onderhoud van de groene en niet groene sportparken staan als structurele post (€ 280.000) op het investeringsplan en worden na realisatie in de vorm van kapitaallasten in de begroting verwerkt.

Zijn er knelpunten betreffende de beschikbare onderhoudsbudgetten;
Op de voorziening “Groot onderhoud sportgebouwen” is een taakstelling van toepassing, waardoor niet alle gedoteerde middelen beschikbaar zijn voor het gestelde doel. Dit leidt tot het maken van keuzes die op termijn het vastgestelde kwaliteitsniveau in de weg kunnen staan. Door nadere invulling van vastgestelde taakstellingen voor de afdeling Sportbedrijf is er sinds 2012 nog meer druk op het vastgestelde kwaliteitsniveau.